Winnen van de mensen
21 februari 2020
Voor haar op tafel lagen vele foto’s van familieleden, die soms op bezoek kwamen in het verpleeghuis. Elke paar minuten begon ze opnieuw, wijzend met haar magere vinger, alle mensen op de afbeeldingen te benoemen. Dat leek haar goed te doen. Tussendoor toonde ze af en toe een gepijnigde blik.
De mevrouw zocht vaak steun in haar geloof. ‘Ik kan alleen maar bidden. Heer, geef mij kracht en sterkte’. Haar broze gezondheid was niet de (enige) verklaring voor haar gebeden. Ze gaf een andere reden, namelijk: ‘dan kan ik het winnen van de mensen’. En het gevecht dat ze moest leveren, draaide om ‘verschillende dingen’.
Het antwoord liep niet over van duidelijkheid. Maar even later lichtte ze toe waarom ze een beroep wilde doen op een hogere macht: ‘omdat ik zo eigenwijs ben’. Dat leverde namelijk wel eens problemen op met haar omgeving.
Misschien was ze daarom vaak op zichzelf. Zelden had ze gezelschap van een andere bewoner, als ze bijvoorbeeld met haar rollator door het verpleeghuis liep. Het personeel kon meepraten over de scherpe kantjes van haar eigenwijze karakter.
‘Als je eens weet hoe ik me voel’, zei ze vermoeid.