Mensen in de zorg
over mensen die worden verpleegd en verzorgd


Corona (2)

“Ik kon zo veel”, zei een bewoner van een verpleeghuis ooit door zijn tranen heen. Teleurgesteld in het leven, dat eerder een verslechterende gezondheid dan verbetering in petto had, was hij overmand geraakt door verdriet. Ook medebewoners waren soms zichtbaar zwaarmoedig over het perspectief dat hen restte. Lees verder

Voorlopig was hij niet alleen


Hij wilde zijn honden in de buurt hebben, vanwege hun kalmerende werking. Als hij een aanval van PTSS kreeg, hielp het als hij een van hen vasthield. Lees
 verder

De kat die ervoor lag


Soms zit een huisdier in de weg. Als de mevrouw zich binnen met haar rollator verplaatste, ging haar kat ‘ervoor liggen’. Steeds opnieuw. Nu keek hij, vanachter het raam, naar zijn huisgenote die in haar tuintje stond. Lees verder

Rollator

De thuiszorger had haar ‘s ochtends uit bed geholpen. Voorzichtig was ze met haar rollator naar de woonkamer gelopen. Zelfstandig, schuifelend. De langzame tred van de kleine vrouw had haar breekbare uitstraling versterkt. Lees verder
 

Dankbaar


Naar de supermarkt, die zich in de buurt van haar woning bevindt, gaat ze zelf. Ook al is ze soms wat ‘wankel’ op haar benen. “Ik doe mijn boodschappen met de rollator”. Koken lukt ook nog. Mentaal lijkt ze zich prima te voelen. “Het koppie is nog buitengewoon goed. Daar ben ik heel dankbaar voor.” Lees verder

Getrouwd?

“Ben je al getrouwd?”, vroeg de mevrouw in de tuin van het verpleeghuis aan een bezoeker. Hij was de zoon van een andere bewoner die al een tijd was overleden. De bezoeker was in de buurt en even langsgekomen om gedag te zeggen. De dame herinnerde hem, maar wist niet precies wie hij was. “Ik ken hem”, zei ze tegen iemand anders, steunend op haar rollator. Lees verder

Corona

 
“Ik kan er niets aan doen”, zei ze rustig. Ze volgde het nieuws wel. Het ging ‘goed’, zei ze steunend op haar rollator. Ze leek te berusten in alle maatregelen ter bescherming van kwetsbare mensen. Zodra het weer kon, zou ze naar de kerk gaan. Lees verder

Hongerwinter

“Jij hebt toch ook de Hongerwinter meegemaakt?”, had hij aan zijn zoon gevraagd in het verpleeghuis. De jongen was in 1980 geboren. Waarschijnlijk dacht de meneer dat hij sprak met een van zijn overleden broers. Dat gebeurde wel vaker. Lees verder

In de gaten houden

De mevrouw maakte soms een praatje met de schoondochter van een andere bewoner. Af en toe wilde ze dan ook haar gebit zien. Nauwkeurig inspecteerde ze de tanden van de vrouw, die nooit had gevraagd om een onderzoek maar dat meerdere keren vriendelijk en zonder klagen onderging. Lees verder

Het briefje


De meneer, die de tachtig was gepasseerd, had onder meer de volgende vragen op papier gezet: 
‘Wat doe ik hier?
Wat houdt mij nog bezig in het licht van de eindigheid van het leven?
Zijn het weerspiegelingen over wat nog komen gaat?’
 Lees verder

De eerste keer

Ze verkeerde in een goede stemming en was niet ontevreden over haar leven: ‘Het is maar net wat je er van maakt’. Ja, haar rug was ‘versleten’ maar ze leek positief in het leven te staan. Dat ze aan dementie leed, was op het eerste gezicht niet aan haar te merken. Lees verder
 
Winnen van de mensen

De mevrouw zocht vaak steun in haar geloof. ‘Ik kan alleen maar bidden. Heer, geef mij kracht en sterkte’. Haar broze gezondheid was niet de (enige) verklaring voor haar gebeden. Ze gaf een andere reden, namelijk: ‘dan kan ik het winnen van de mensen’. Lees verder
 
Boos


De chaos in de woning contrasteerde met de duidelijk omlijnde visie op haar eigen gezondheid. Ze leek zeer moeilijk te overtuigen door anderen. Ze was ‘heel erg boos’ over een zalf waarmee een andere thuiszorger een dag eerder haar been had ingesmeerd. Lees verder

In de kou

Ondertussen was het erg koud op straat. Iemand in de buurt zag de meneer zitten met de lekke band en liep naar hem toe. Hij kreeg koffie om wat op te warmen terwijl hij wachtte op hulp. Lees verder
 

De 'boodschappenkerel'

Teleurgesteld keek hij naar de laag stof op de rand van een kast, 
zichtbaar door een scherpe zon die de kamer oplichtte. ‘Waardeloos’. Hij kon het zelf niet meer verhelpen en daardoor was hij afhankelijk van iemand anders. ‘En die doet niets’Lees verder 

Gezellig


Haar telefoontoestel had grote toetsen. Boven de cijfers zaten nog eens zes toetsen, waarop pasfoto’s van haar naasten waren geplakt. Handig, dan kun je snel bellen met iemand, door slechts één knop in te drukken. ‘Dat doe ik niet’, zei ze duidelijk. Lees verder


Vriendin


De mevrouw sprak in het verpleeghuis af en toe met een bezoeker van een andere bewoner. Ze was gesteld geraakt op de vrouw, die ongeveer een keer per week langs kwam en dan ook haar even gedag zei. “Ze praat tegen me alsof ik een vriendin ben”. Lees verder
 
Optimist


De wonden op haar benen vroegen om verzorging. Ze zat op een stoel met wieltjes, de thuiszorgmedewerker tegenover haar op de bank. De mevrouw kreeg om elk been een nieuw verband. Haar humeur leed niet onder de aanblik van haar schenen die open lagen. Ze kon wel boos worden om de pakketbezorger, die ondanks een toezegging eerder niet was komen opdagen. “Elke keer ellende.” Lees verder

IJsjes


De lift van het verpleeghuis was ’s avonds kapot. Dat betekende dat vele bewoners niet zoals gewoonlijk naar hun appartement konden. Iedereen was in afwachting van een monteur maar het was onduidelijk hoe snel die er zou kunnen zijn. Lees verder

Tijd

"Hoe laat is het?!" Hij riep het regelmatig, zittend aan een tafel beneden in de hal van het verpleeghuis. Hij zat in een rolstoel, vaak slapend met zijn rug naar het raam. Af en toe dronk hij met een rietje wat frisdrank uit een blikje. De meneer sprak niet met anderen. Soms wilde hij wel weten hoe laat het was en probeerde daar dan hulp voor in te schakelen. Lees verder
 

Afgeplakte namen (2)

“Als ik vannacht dood ga, is het goed zo.” Met die gedachte stapt de 92-jarige mevrouw elke avond haar bed in. Ze toonde geen gebrek aan levenslust toen ze het meedeelde. Er klonk een tevredenheid in haar kalme woorden. Lees verder

Opgemaakt bed

Ze vond het een schande. De verpleegkundigen maakten haar bed ’s ochtends niet goed op. De bewoonster van het verpleeghuis had het graag zelf gedaan maar dat lukte helaas niet meer. Het feit dat ze in een rolstoel zat, was niet haar (enige) probleem, legde ze uit: “Ik heb een lamme arm”. Lees verder

Gezond

Een bewoner van het verpleeghuis lag in bed vanwege een ernstig gebrek aan energie. In dezelfde kamer probeerde zijn zoon een poster op te hangen. De wand was dun. Met punaises moest de poster worden aangebracht maar dat verliep moeizaam. De wand bood flink weerstand, de zoon moest hard duwen op de punaise. Zijn vader hoorde het gezucht van de jongen en zei met een zwakke, krakende stem: “Nou. Dat klinkt gezond.” Lees verder

Beperkt

Zittend in haar rolstoel hoefde de vrouw niet lang na te denken, toen ze de vraag kreeg hoe het met haar ging: “ja en nee”. Langer was haar antwoord niet. Met een glimlach, die haar chique uitstraling meer gewicht gaf, liet ze weten het verder niet uit te leggen. Raden maar, was het verzoek. Lees verder

Cijfers

“Douch jij elke dag?” Uit de toon waarop de man zijn vraag stelde, bleek dat hij het antwoord wel wist. Maar hij wilde het toch graag horen. Deze vraag ging hem om erkenning. Lees verder

Decors van dementie
 
“Ik denk in andere tijdperken”. Zo beschreef de 83-jarige man zijn dementie, een term die hij zelden tot nooit in de mond nam. Hij kon ineens vragen naar personen die al overleden waren. Dan zei hij pannenkoeken te gaan eten bij zijn moeder. Lees verder

Afgeplakte namen

“U bent jarig binnenkort. 93 wordt u”. De verjaardagskalender hing open op de maand mei. Naast verschillende data stonden namen van bewoners. Naast andere data waren witte stickertjes over namen geplakt. Lees verder

Karakters

Een bewoonster vroeg wat er op het schilderij stond. Het was een doek ooit gemaakt door een andere bewoonster, dat nu een plekje in het verpleeghuis had gekregen. Zwarte lijnen liepen in elkaar over tegen een witte en grijze achtergrond. Lees verder

Communicatie

In een onlangs gepubliceerd rapport laat de Patiëntenfederatie ouderen aan het woord die nog thuis wonen. Het is jammer dat de resultaten zelfs in komkommertijd niet voornaam in nationale media verschenen. Lees verder