Mensen in de zorg
over mensen die worden verpleegd en verzorgd


Hongerwinter

“Jij hebt toch ook de Hongerwinter meegemaakt?”, had hij aan zijn zoon gevraagd in het verpleeghuis. De jongen was in 1980 geboren. Waarschijnlijk dacht de meneer dat hij sprak met een van zijn overleden broers. Dat gebeurde wel vaker. Misschien dat hij daarom al eens bij zijn zoon had geïnformeerd: “zit jij in je tweede leven?”

De bewoner was nog net geen vijf jaar oud toen in Nederland de oorlog uitbrak. In een Amsterdams gezin van negen kinderen was het nooit breed en tijdens de Hongerwinter in 1944 was de nood hoog. Hij was die gure periode uiteindelijk doorgekomen bij een boer in Noord-Holland waar wel voldoende eten was. Zijn kleinere broertje had die winter bij een andere boer verbleven.

Zijn zoon had hem naar de herinneringen uit die tijd gevraagd. Die kon de meneer nog wel regelmatig voor de geest halen. Hij sprak hij er liever niet over, zijn gedrag maakte wel iets duidelijk. Hij bewaarde veel. Eten weggooien vond hij zonde. Voordat hij vroeger boodschappen deed, bestudeerde hij secuur de folder van de supermarkt met de aanbiedingen. In het verpleeghuis at hij ook zijn bord leeg, zolang hij daar de energie voor had. Een zuinig leven vraagt wilskracht.