Decors van dementie
18 september 2019
“Ik denk in andere tijdperken”. Zo beschreef de 83-jarige man zijn dementie, een term die hij zelden tot nooit in de mond nam. Hij kon ineens vragen naar personen die al overleden waren. Of zei hij pannenkoeken te gaan eten bij zijn moeder.
Misschien is dat wel de ervaring van dementie: decorwanden die plotseling een toneel worden opgeschoven. Als een scène die verandert.
De voorstelling draaide vaak om zijn werkzame leven. Soms een scène over zijn oma of moeder. Af en toe over zijn echtgenote, die in werkelijkheid vroeg en plotseling overleden was.
De vraag is of je die verwarring moet doorprikken. Horen dat je in de war bent, elke keer weer, moet een beproeving zijn. Bovenop de verwarring zelf. Steeds een nieuwe opdoffer voor je eigenwaarde.
Lichamelijk gaf de dementie ook problemen. De man had te weinig spieren meer om te lopen. Maar door zijn dementie vergat hij dat regelmatig. Soms vonden de verpleegkundigen hem op de vloer. Ze deden alles, met verschillende technische hulpmiddelen, om hem bij te staan. Vakmensen met engelengeduld.
Maar zo wordt het vechten tegen jezelf. De geest wordt een sloopkogel voor je eigen lichaam.
Hij was een van de ruim 280.000 mensen die volgens Alzheimer Nederland aan dementie lijden. In 2040 zullen dit er 500.000 zijn. Tot 2050 stijgt dit volgens de organisatie in Nederland tot ruim 620.000 mensen. Een tijdperk om vast bij stil te staan.