De 'boodschappenkerel'
26 januari 2019
‘Ik zou toch denken dat het zondag is’.
De meneer had een zware ochtend omdat hij duizelig was. Langzaam schuifelde hij achter zijn rollator richting de douche. De thuiszorger hielp hem in de badkamer, daarna ook met aankleden en vroeg welke trui hij wilde aantrekken. Het exemplaar dat hem als eerste werd voorgesteld, wees hij resoluut af, waarna hij een andere trui kreeg aangegeven.
De thuiszorger had de radio wat zachter gezet. Over andere mensen die hem moesten helpen, was hij ontevreden. Zo had hij een boodschap ingesproken bij de pedicure. ‘“We bellen u zo snel mogelijk terug”. Nou, ik hoor niets.’
De schoonmaakhulp bleek ook niet zo goed. Teleurgesteld keek hij naar de laag stof op de rand van een kast, zichtbaar door een scherpe zon die de kamer oplichtte. ‘Waardeloos’. Hij kon het zelf niet meer verhelpen en daardoor was hij afhankelijk van iemand anders. ‘En die doet niets’.
Zometeen kwam een vrijwilliger langs die voor hem naar de supermarkt zou gaan, ‘de boodschappenkerel’. De meneer zat aan tafel, pakte alvast een folder en kruiste de producten aan die hij wilde hebben.
Zo begon de dag voor de man die alleen leefde. Het enige dat hem nu nog gezelschap bood, was de radio, die luid klonk en het wél goed deed.